Denkstijlen

denkstijlen

De denkstijlen bieden een overzicht van vier systemen van denken en handelen. Ze zijn ontstaan vanuit een onderzoek naar verschillende innovatieve en behoudende culturen en houdingen. Kennis van denkstijlen zijn een handig hulpmiddel om conflicten in samenwerking te laten oplossen. Een denkstijl is een geheel van denken en handelen, een houding ten opzichte van jezelf, de ander en de realiteit van het leven. Er bestaan verschillende uitwerkingen van denkstijlen. Deze denkstijlen zijn gebaseerd op de houding naar jezelf en de ander, en dan met name de ander die anders is.

 

Zie “Denkstijlen matrix” en “De 8 gebieden van de 4 denkstijlen“.

 

De vier denkstijlen

Radicaal: Ik tegen de ander (de ander die anders is moet weg)

Mentaal: Ik of de ander (dat de ander is is een gegeven, alleen je gaat de competitie aan)

Sociaal: Ik en de ander (de ander is individu, net als jij)

Integraal: Ik ben de ander/wij zijn ons (jij en de ander maken deel uit van eenzelfde context)

 

Denkstijlen en transitie

Onze samenleving was in de jaren van vijftig van de vorige eeuw nog een vakjesmaatschappij: ik of de ander. Het partijensysteem in de politiek is hier een uitwerking van. Je ziet het terug in de woorden: je wint of verliest verkiezingen (het gaat niet om wijsheid), je wint over verliest een rechtszaak (het gaat niet om herstel van verbinding) en economie gaat over winst en verlies (niet over waarde toevoegen). In die tijd had je nog ‘hoger’, ‘middelbaar’ en ‘lager’ onderwijs. Dit systeem gaat over wat ‘normaal’ is, wat volgens de ‘norm’ is. De norm wordt bij voorkeur uitgedrukt in getallen, zodat het te meten is en verbeterd kan worden.

In de loop van de vorige eeuw is de samenleving verschoven naar een samenleving van individuen: men ging eigen keuzes maken, de norm lag bij persoonlijke keuzes. men liet religie los, ging reizen en andere culturen verkennen en vormde een persoonlijke levensfilosofie. Een individu is het kleinst mogelijk vakje: individu/un-divided.

In deze tijd ontstaat steeds meer het besef dat we alleen met elkaar de oplossingen kunnen vinden voor de uitdagingen waar we voor staan. We maken deel uit van een eenzelfde context.

De denkstijlen zijn in een schema uitgewerkt voor verschillende thema’s om een overzicht te kunnen bieden, zodat er over gesproken kan worden, om verschillende opties te laten zien en om bewuste keuzes te kunnen maken.

 

Perfectionering

Binnen een denkstijl wordt geprobeerd om oplossingen te vinden op de manier van denken van die denkstijl. Men probeert de denkstijl te perfectioneren. De manier van denken van de denkstijl zelf wordt niet bevraagd.

De perfectioneringsmechanismen van de denkstijlen:

Ik tegen de ander: de defensiemechanismen worden geoptimaliseerd. Meer bewapening, betere spionage (en contraspionage), bureaucratie om te zorgen dat controle behouden blijft en het in stand houden van vijandsbeelden. De ‘vijand’ doet waarschijnlijk hetzelfde (maar dat hoeft niet.)

Ik of de ander: er is concurrentie. Er wordt gedacht in vakjes en categorieën. De perfectionering zit er in dat de vakjes steeds preciezer worden omschreven, zoals de categorieën van leerproblemen of de DSM. Er wordt bij voorkeur gewerkt met getallen, zodat er gemeten en vergeleken kan worden.

Ik en de ander: er ontstaat een groei in bewustzijn van het individu, de persoonlijke kwaliteiten en de kwaliteiten van de ander. De perfectionering bestaat uit het steeds bewuster worden van jezelf, je kwaliteiten, patronen en persoonlijke dynamieken.

Ik ben de ander/wij zijn ons: er wordt gewerkt vanuit een gezamenlijke intentie en context. De perfectionering bestaat uit de optimalisering en verbetering van samenwerking door betere communicatie, besluitvorming en conflictoplossing vanuit het oogpunt van herstel van de relatie.

 

Verschillende manieren van oplossen

Aan de manier waarin naar oplossingen gezocht wordt, kun je de bewustheid fasen herkennen. Als voorbeeld: pesten.

Radicaal: Pesters hard aanpakken (ik tegen de ander: de pester)

Mentaal: Een norm stellen voor een beleid rondom pesten: er mag geen pesten meer voorkomen. En als je die norm niet haalt, wordt je daarop afgerekend. (ik of de ander: ik ten opzichte van de norm die de ander gesteld heeft)

Sociaal: De verschillende rollen binnen een pestsituatie bekijken en kijken wat ieder er zelf aan kan doen: daders, slachtoffers, omstanders. (Ik en de ander: ieder heeft een aandeel in de situatie en kan er iets in verbeteren)

Integraal: Pesten zien als uitingsvorm van het systeem zelf: wat binnen het systeem roept dit gedrag op? Wat voor ‘pesten’ zit er in het systeem? (Ik ben de ander/wij zijn ons: in een systeem waarin er oprechte zorg is voor iedereen is pesten niet nodig, dus als pesten voorkomt, is dat een signaal dat er iets in het systeem mist.)

 

Een aantal opmerkingen

De denkstijlen zijn niet de waarheid. Ze zijn een middel om met elkaar in gesprek te gaan en jezelf bewust te worden van de mogelijkheid van verschillende houdingen. Het schema is steeds bijgesteld en verbeterd door reacties van mensen bij presentaties en persoonlijke gesprekken.

De denkstijlen gaan voorbij aan de vakjes en categorieën in de samenleving. Je kunt alle denkstijlen terug vinden bij de politie, maar ook bij mensen die de wereld willen verbeteren. In andere woorden: militairen zijn niet per definitie denkstijl (ik tegen de ander) en milieuactivisten of mensen die zichzelf spiritueel noemen zijn niet per definitie denkstijl 4 (ik ben de ander/wij zijn ons).

Men herkent vaak de eerste drie denkstijlen. De vierde wordt nog niet zoveel herkend. De vierde denkstijl kan alleen ontstaan als mensen individu zijn en van daaruit gaan samen werken. Dan ontstaat er verbinding en flow. Deze plekken zijn nog niet algemeen.

De volgorde van de denkstijlen is opbouwend.

Bron: © Bas Rosenbrand